Villa Marguerite Yourcenar

Villa Marguerite Yourcenar

De Villa Marguerite Yourcenar of Villa du Mont-Noir is een grote burgerlijke villa, in een gemengd art deco en neo-Normandische stijl gebouwd, in een regionaal park van 40 hectare in Sint-Janskappel in Frans-Vlaanderen, in de regio Hauts-de-France. De villa is vernoemd naar de schrijfster Marguerite Yourcenar.

De villa, eerder eigendom van de heer en mevrouw Dufour, wordt vaak gepresenteerd als het oude paviljoen van de bewakers of de stallen[1] van het verdwenen in neo-Lodewijk XIII-stijl gebouwde kasteel van de familie Dufresne[2]. In werkelijkheid is de villa in het jaar 1930 gebouwd op de plaats waar ooit, volgens sommigen, dit bewakerspaviljoen of, volgens anderen, de oude stallen, stonden. Dit alles werd volledig verwoest in 1918, samen met het kasteel, bij het bombardement van Sint-Janskappel.

De villa is nu een residentie voor schrijvers. Stefan Hertmans werd geselecteerd als eerste Belgische writer in residence. Anne Provoost verbleef in Villa Marguerite Yourcenar van 2 tot 29 maart 2012.

Zie ook

  • Museum Marguerite Yourcenar
  • Cleenewerck de Crayencour
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Bijvoorbeeld CIDMY: "Détruit en 1917 lors des bombardements, le château ne fut jamais reconstruit. Sur le Mont-Noir, seul subsiste aujourd’hui le pavillon du garde et les écuries qui ont été transformées en Centre de Résidence d’Écrivains Européens « Villa Marguerite Yourcenar »." (nageslagen op 7 november 2012)
  2. In werkelijkheid is dit het voorouderlijke "kasteel" van de familie Dufresne en niet van de Crayencours, zoals vele misleide biografen schrijven, onder wie bijvoorbeeld Josyane Savigneau in: Marguerite Yourcenar. L'invention d'une vie, Paris, 1990, blz. 41 : « Selon Georges de Crayencour, le château du Mont-Noir fut construit en 1815 par Charles-Augustin Cleenewerck ». Michèle Goslar, Yourcenar, Brussel, 1998, blz. 30 : "au Mont-Noir, dans la propriété de la mère de Michel". Marguerite Yourcenar zelf heeft deze onjuiste gegevens geloofd, hetgeen blijkt wanneer ze schrijft in: Archives du Nord, Parijs : Gallimard, 1977, blz. 64 (Bibliothèque de La Pléiade, Essais et mémoires, blz. 1005) : On (Michel-Donatien, Michel-Daniel en Charles Cleenewerck) les imagine, vers 1824, se rendant parfois en cabriolet au Mont-Noir, dont les sablons avaient fourni une des matières premières à la malchanceuse faïencerie, et où Charles-Augustin, 'le grand cavalier' surveille la construction d'une maison de plaisance d'un Louis XIII-Charles X très caractérisé, en remplacement peut-être d'une maison de campagne perdue.