Xenotosuchus

Xenotosuchus
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Midden-Trias
Schedels van Xenotosuchus africanus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Amfibia (Amfibieën)
Orde:Temnospondyli
Onderorde:Stereospondyli
Familie:Mastodonsauridae
Geslacht
Xenotosuchus
Morales & Shishkin, 2002
Typesoort
Capitosaurus africanus
Groeireeks van schedels
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Xenotosuchus[1]  is een geslacht van uitgestorven temnospondyle Batrachomorpha (basale 'amfibieën'). Hij leefde tussen het Vroeg-Trias en het Midden-Trias (Olenekien/Anisien, ongeveer 248 - 244 miljoen jaar geleden) en zijn fossiele overblijfselen zijn gevonden in Zuid-Afrika.

Naamgeving

De eerste fossielen van dit dier werden ontdekt in het gebied van Cynognathus in het Karroo-bekken in Zuid-Afrika en werden aanvankelijk door Robert Broom toegeschreven aan het geslacht Capitosaurus, typisch Europees, in een nieuwe soort Capitosaurus africanus. Vervolgens bracht een studie van Watson (1962) het Afrikaanse materiaal over naar het geslacht Parotosaurus, later hernoemd tot Paratosuchus door Chernin (1978) als een kwestie van prioriteit (de naam Parotosaurus was al toegewezen aan een ander dier). Ten slotte werd Parotosuchus africanus in 2002 toegeschreven aan het nieuwe geslacht Xenotosuchus, vanwege het mengsel van basale en afgeleide kenmerken. De geslachtsnaam betekent 'vreemd-oor-krokodil', xenos-ootos- Souchos, omdat de oorstructuur van die van Paratosuchus verschilt.

Het lectotype is SAM-PK-2360, een schedel gevonden bij de Vaalbank-boerderij. Het andere oorspronkelijke syntype was de schedel SAM-PK-3008 gevonden bij Winnaarsbaken. Verschillende andere schedels zijn later toegewezen.

Het is ook vergeleken met het Noord-Amerikaanse geslacht Wellesaurus (Damiani, 2001).

Beschrijving

Xenotosuchus moet een van de grootste bekende Tetrapoda met een amfibische levenswijze zijn geweest. Eén schedel, beschreven in 2008, specimen CGP/1/135, was meer dan zestig centimeter lang, wat suggereert dat het hele dier meer dan drie meter lang was. Xenotosuchus was voorzien van een brede en platte schedel met relatief kleine oogkassen in het achterste gebied. De neusgaten stonden ver naar voren en dicht bij elkaar. De schedel was basaal van vorm en bezat kenmerken die werden gedeeld door andere, iets oudere temnospondylen als Parotosuchus. De botten van het hoofd waren bedekt met grote groeven, wat wijst op de aanwezigheid van een vrij uitgebreid huidpantser op het hoofd. Zowel bovenkaak als onderkaak waren voorzien van hoektanden; de bovenste bevonden zich langs een tweede rij tanden op het ploegschaarbeen en het verhemeltebeen. In tegenstelling tot andere nauw verwante vormen zoals Mastodonsaurus, waren de hoektanden van de onderkaak relatief klein en drongen ze niet door tot in de premaxilla.

Diagram van de beenderen van het schedeldak

Onder de basale kenmerken van Xenotosuchus worden de elliptische choanae en de achterhoofdsknobbels genoemd die naar voren zijn geplaatst ten opzichte van de gewrichtscondylen van de quadrata. Er was echter een exclusief kenmerk van dit geslacht (autapomorfie): het contact op de middenlijn tussen de exoccipitalia, waardoor Xenotosuchus van andere temnospondylen kan worden onderscheiden (Damiani, 2008).

Paleobiologie

Er zijn enkele Xenotosuchus-schedels van verschillende afmetingen gevonden. Er wordt aangenomen dat ze een groeireeks (ontogenese) van het dier kunnen vertegenwoordigen, van het juveniele of sub-volwassen stadium tot volledig volwassen. Tijdens het leven veranderde de Xenotosuchus-schedel in verhoudingen en morfologie van talrijke botten (traanbeen, voorhoofdsbeen, postfrontaal, dolkvormig uitsteeksel, het hoofdlichaam van de parasphenoïde en de bouw van de dwarsrij van tanden op de ploegschaarbeenderen).

Bronnen, noten en/of referenties

Literatuur

  • Broom, R. 1909. Notice of some new South African fossil amphibians and reptiles. Annals of the South African Museum 7: 270–278.
  • Haughton, S.H. 1925. Investigations in South African fossil reptiles and Amphibia (Part 13). Annals of the South African Museum 22: 227–261.
  • Watson, D.M.S. 1962. The evolution of the labyrinthodonts. Philosophical Transactions of the Royal Society of London B 245: 219–265.
  • Chernin, S. 1978. Three capitosaurs from the Triassic of SouthAfrica: Parotosuchus africanus (Broom 1909); Kestrosaurus dreyeri Haughton 1925, and Parotosuchus dirus sp. nov. Palaeontologia Africana 21: 79–100.
  • Damiani, R.J. 2001a. A systematic revision and phylogenetic analysis of Triassic mastodonsauroids (Temnospondyli: Stereospondyli). Zoological Journal of the Linnean Society 133: 379–482.
  • Damiani, R.J. 2001b. Parotosuchus (Amphibia, Temnospondyli) from the Cynognathus Assemblage Zone (Early Triassic) of South Africa: cranial morphology and relationships. Alcheringa 25: 351–379.
  • Morales, M. and Shishkin, M.A. 2002. A re−assessment of Parotosuchus africanus (Broom), a capitosauroid temnospondyl amphibian from the Triassic of South Africa. Journal of Vertebrate Paleontology 22: 1–11.
  • Damiani, R. 2008. A giant skull of the temnospondyl Xenotosuchus africanus from the Middle Triassic of South Africa and its ontogenetic implications. Acta Palaeontologica Polonica 53 (1): 75–84.

Noten

  1. Fossilworks: Xenotosuchus. www.fossilworks.org. Gearchiveerd op 14 december 2021. Geraadpleegd op 11-07-2022.
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Xenotosuchus africanus op de Italiaanstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.